OZB niet-woningen

Analyse verschillen per taakveld (> € 20.000)

Toelichting :

Onroerende-zaakbelasting niet-woningen (nadeel € 33.000 incidenteel)
In de tweede tussenrapportage 2020 zijn de geraamde OZB baten bijgesteld voor zowel woningen als niet-woningen. Dit als gevolg van de inschattingen die jaarlijks in september / oktober door de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) worden verstrekt. De uiteindelijke realisatie 2020 laat een afwijking zien ten opzichte van de eerdere inschattingen. Op het totaal niveau (woningen en niet-woningen) is het verschil beperkt tot € 8.000. Voor woningen geldt dat er € 25.000 meer baten uit OZB zijn gerealiseerd dan verwacht. Voor niet-woningen zijn er € 33.000 minder baten gerealiseerd dan verwacht. In het licht van de totale baten zijn de verschillen minimaal en passend bij de verklaring die eerder in de tweede tussenrapportage 2020 is opgenomen: Verschillen tussen inschattingen van WOZ waarden en de daadwerkelijke WOZ waarden, betere verwerking van nieuwbouw en bijgebouwen en wijzigingen ten aanzien van zorgobjecten als gevolg van jurisprudentie. Een aantal van deze oorzaken zorgt bij woningen voor meer baten en bij niet-woningen voor minder baten dan verwacht. Overige oorzaken voor minder baten dan verwacht bij niet-woningen zijn jurisprudentie rondom agrarisch vastgoed en afwaardering binnen retail in verband met toenemende leegstand van winkels en dalende huurcijfers.